Vooruitblik
Het coronavirus is nu ruim 9 maanden onder ons. De crisis is van de eerste acute maanden overgegaan naar een stadium waarin we blijvend waakzaam zijn en het van belang is de situatie te blijven monitoren en maatregelen indien nodig aan te passen. In Noord-Holland Noord zijn de cijfers lager ten opzichte van andere delen in Nederland, maar desalniettemin zitten we al sinds oktober in de fase ‘zeer ernstig’. De focus ligt op het voorkomen van een toename van besmettingen. Ondanks verschillende maatregelen die gelden is het aantal besmettingen nog zeer hoog, waardoor midden december niet de gehoopte versoepelingen, maar aanscherpingen nodig zijn.
In dit laatste hoofdstuk bespreken we enkele thema’s die in meer of mindere mate een stip op de horizon vormen: een vaccin, de uitwerking van de Wet tijdelijke maatregelen covid-19, de regionale aanpak en de continuïteit binnen de crisisorganisatie.
De drie poten van het beleid blijven het voorkomen dat de zorg overbelast raakt, de zorg voor kwetsbaren en het op orde hebben van de testcapaciteit.
Vaccin
Het beschikbaar komen van een getest en werkzaam vaccin is nog steeds een belangrijke stip aan de horizon. Verschillende farmaceuten werken aan de ontwikkeling van een vaccin. De verwachting was, dat er begin 2021 een vaccin zal zijn en dat lijkt het geval met het Pfizervaccin waarvan de verspreiding wordt gepland. Landelijk ligt bij de GGD’en nu de aandacht bij de voorbereiding op de uitvoering, die van start zal gaan wanneer de vaccins beschikbaar zijn. De GGD bereidt zich samen met huisartsen en de VVT-sector voor op de uitvoering en operatie rondom vaccinatie. Een en ander is afhankelijk van hoe het vaccin werkt, hoe vaak iemand moet worden ingeënt en hoe het transport van het vaccin vorm krijgt. Ook is bepaald welke doelgroepen eerst worden gevaccineerd.
Uitwerking Wet tijdelijke maatregelen COVID-19
Zoals in hoofdstuk 3 vermeld, is de Wet tijdelijke maatregelen COVID-19 per 1 december in werking getreden. Het is van belang dat we bij inwerkingtreding van de Wet tijdelijke maatregelen COVID-19 in de veiligheidsregio aandacht hebben voor de coördinatie met en samenwerking tussen gemeenten. De veiligheidsregio heeft zich voorbereid op de gewijzigde verantwoordelijkheden tussen burgemeesters van de gemeenten in NHN en de voorzitter veiligheidsregio na inwerkingtreding. Daarbij is een model geschetst ten behoeve van de regionale afstemming in de transitie- en nafase, waarbij de goede afstemming tussen de burgemeesters van de gemeenten en de voorzitter veiligheidsregio behouden blijft. In januari volgt een verdere uitkristallisering op de agenda van het RBT.
In de maand december is het RBT (conform de frequentie van het VB) wekelijks bijeengekomen. Het RBT zal de frequentie van het Veiligheidsberaad blijven volgen. Naar verwachting zal de frequentie van het Veiligheidsberaad in januari omlaag gaan.
Een verlenging van de opgeschaalde structuur van bestuurlijk CrisisROAZ is afgesproken tot in ieder geval na de jaarwisseling.
Regionale aanpak
Het landelijke beleid is erop gericht om niet meer te komen tot een totale lockdown, maar op het instellen van regionale maatregelen, waarbij de drie poten van het beleid leidend zijn.
Hier is instrumentarium voor ontwikkeld waarmee we preciezer informatie hebben over hoe het virus zich ontwikkelt. Dit instrumentarium is landelijk geformeerd en betreft een dashboard waarbij regionaal en lokaal informatie beschikbaar komt. Met deze informatie kunnen we preciezer weten waar het mis gaat, dus waar het aantal besmettingen toeneemt. Op basis van de set van gegevens die in het dashboard zijn opgenomen wordt bepaald in welke fase we ons begeven (waakzaam, zorgelijk, ernstig en zeer ernstig). Aan deze fasen worden maatregelen gekoppeld. Het doel is om op deze manier beter bij te kunnen sturen door middel van het instellen van maatregelen, maar ook om burgers en bewoners beter te informeren over de achtergrond (het ‘waarom’) van bepaalde maatregelen.
Een regionale aanpak lijkt tot dusverre niet haalbaar in Nederland. Het gemiddelde niveau bepaalt waar we met zijn allen naartoe gaan en welke maatregelen van kracht zijn. Nederland is eigenlijk te klein voor regionale regels. Het toepassen van regionaal maatwerk ligt voorlopig nog niet in de lijn der verwachting, ook in verband met een verwacht waterbedeffect.
Continuïteit van de organisatie
De afgelopen maanden stonden voor de veiligheidsregio grotendeels in het teken van de bestrijding van de coronacrisis. Verschillende reguliere werkzaamheden liepen ‘gewoon’ door, zoals de bestuurlijke rapportages en incidentbestrijding. Sommige werkzaamheden vervielen, zoals opleidingen en oefeningen.
Het is nog steeds de wens van de veiligheidsregio om weer toe te komen aan de reguliere werkzaamheden, maar er blijft nog steeds veel capaciteit naar de bestrijding van het coronavirus gaan. Het coronadossier is nog steeds een - niet te negeren - grote prioriteit en zal dat naar verwachting voorlopig nog blijven.
Deze lange crisis eist hier en daar zijn tol – met name in de zorg en bij hulpverleners. Het aantal ziekmeldingen bij veiligheidsregio en hulpdiensten lijkt beheersbaar, maar is iets om nauwlettend in de gaten te houden. Sommige mensen zijn moe van hun inzet voor deze crisis die al maanden duurt, sommigen voelen zich niet gewaardeerd en het werkt niet motiverend wanneer de samenleving zich niet aan de maatregelen houdt. Tegelijk zet de organisatie de schouders eronder, dit geeft ook een positief gevoel. Het welzijn van medewerkers blijft een punt van aandacht.