Inleiding


In februari 2020 deed de infectieziekte COVID-19 zijn intrede in Nederland en op 9 maart 2020 overleed de eerste coronapatiënt in Noord-Holland Noord. Op 11 maart 2020 werd het virus door de World Health Organization (WHO) officieel als pandemie erkend. Sinds de uitbraak van het Coronavirus werken Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN), GGD Hollands Noorden (GGD-HN), politie-eenheid Noord-Holland, het Openbaar Ministerie, de gemeenten in Noord-Holland Noord en ketenpartners uit het zorgdomein samen aan de beheersing van het Coronavirus. In juni 2020 verscheen de eerste tussentijdse rapportage, die terugblikte op de periode van maart tot en met mei. In september verscheen de tweede tussentijdse rapportage, waarin werd gerapporteerd over de periode van juni tot en met augustus. In de derde rapportage is teruggeblikt op de periode van september tot en met november.

De Tijdelijke wet maatregelen covid-19 is per 1 december van kracht. In deze wet is opgenomen, dat de Veiligheidsregio’s binnen een maand een eindrapportage opleveren over de aanpak van de crisis. Deze eindrapportage verschijnt separaat aan de derde tussentijdse rapportage in december 2020. De opschaling naar GRIP 4 zal in ieder geval tot en met december van kracht blijven. Deze rapportage verschijnt dus in verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Hiermee wordt een periode van noodverordeningen afgesloten. Helaas is de crisis nog niet ten einde. In de eerste rapportage stonden verschillende uitdagingen die speelden in de eerste drie maanden centraal. Er was een forse belasting van de ziekenhuiscapaciteit, die zich het meest manifesteerde in een tekort aan IC-bedden. Daaraan gekoppeld was er een schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen in heel Nederland. Vervolgens werd de VVT-sector zwaar belast door een aantal uitbraken van het Coronavirus. Om de snelle verspreiding van het Coronavirus te beperken werden noodzakelijke maatregelen genomen door het Rijk, die diep in het persoonlijke leven van mensen ingrepen. Tegen de zomer leek het Coronavirus steeds meer onder controle en werden maatregelen stapsgewijs versoepeld. Vanaf 1 juni konden alle inwoners van Noord-Holland Noord met klachten mogelijk passend bij een coronabesmetting zich laten testen bij een van de teststraten van GGD Hollands Noorden en werd bron- en contactonderzoek verricht in de omgeving van mensen die besmet bleken te zijn.

In de tweede rapportage keken we terug op de maanden juni, juli en augustus. Deze periode begon met relatieve rust. Op 1 juni en 1 juli werden diverse maatregelen versoepeld. De voorbereiding op het zomerseizoen liep, er werden afspraken gemaakt met betrekking tot evenementen en voorbereidingen werden getroffen op de (terug)komst van toeristen. Het lag in lijn der verwachting dat de versoepeling van maatregelen tot meer nieuwe besmettingen zou leiden. De cijfers vielen toch hoger uit dan verwacht, waardoor de urgentie toenam om ons voor te bereiden op een tweede golf. Deze voorbereiding kreeg op landelijk niveau vorm in nauwe samenwerking met het Veiligheidsberaad, waarbij kaders rondom het regionaal op- en afschalen op dit moment worden opgesteld.

In de derde rapportage keken we terug op de maanden september, oktober en november, de periode waarin de tweede golf zich – sneller dan verwacht - aandiende. In deze periode waren landelijke maatregelen van kracht en was er weer sprake van een grote druk op de zorg. Er zijn diverse noodverordeningen verschenen, de maatregelen zijn in verschillende stappen aangescherpt. Vanaf september is er vanuit de Rijksoverheid gewerkt met het coronadashboard en de escalatieladder. In de escalatieladder worden de categorieën waakzaam- zorgelijk - ernstig – zeer ernstig onderscheiden. Er is een wekelijks overleg gehouden met ministeries om de regio’s in te schalen. In de loop van oktober (13 oktober) kwamen de eerste regio’s in de categorie zeer ernstig. Sindsdien gelden landelijke maatregelen. Noord-Holland Noord bevindt zich sinds 28 oktober in de categorie ‘zeer ernstig’. In de maand november startte de voorbereidingen op de feestdagen en jaarwisseling. Een ander belangrijk aspect in deze periode was de voorbereiding op de Tijdelijk wet maatregelen covid-19, die sinds 1 december 2020 van kracht is. De Wet Veiligheidsregio’s omschrijft dat de voorzitter van de veiligheidsregio na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis schriftelijk verslag uitbrengt aan de raden van de getroffen gemeenten. De coronacrisis duurt inmiddels ruim 9 maanden en het verloop laat zich nog steeds niet precies voorspellen. Met deze eindrapportage biedt de voorzitter Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (dhr. Roemer, waarbij dhr. Nieuwenburg optrad als plaatsvervangend voorzitter) de gemeenteraden van Noord-Holland Noord daarom een reflectie op de inspanningen verricht in de periode van maart tot en met november met betrekking tot de coronacrisis. De wet schrijft ook voor om besluiten en eventuele bezwaren over besluiten bij te houden. De besluiten die de voorzitter van de veiligheidsregio heeft genomen zijn als bijlage opgenomen. Ook zijn er verslagen van ieder RBT, deze zijn niet in deze rapportage bijgevoegd. De inhoudelijke discussies zijn daarin terug te lezen. De besluiten zijn in gezamenlijkheid genomen en hebben niet geleid tot bezwaren van individuele burgemeesters. Deze rapportage betreft een beschrijving van de aanpak in de bestrijding van het coronavirus door de Veiligheidsregio. Verschillende onderwerpen die onder de verantwoordelijkheid van de GGD vallen zijn nadrukkelijk aan bod zijn gekomen in het RBT (onder verantwoordelijkheid van de Voorzitter Veiligheidsregio). Deze onderwerpen (de stand van zaken aangaande de teststraten en het bron- en contactonderzoek) hebben een samenhang met andere onderwerpen in deze rapportage, en daarom zal op hoofdlijnen worden ingegaan op deze zaken.

Leeswijzer

Hoofdstuk twee van deze rapportage omschrijft de verantwoordelijkheden en de crisisorganisatie. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de onderwerpen; (I) noodverordening, aanwijzingsbesluiten en toezicht en handhaving, (II) Wetgeving, (III) Onderwerpen uit het bestuurlijk CrisisROAZ Corona, (IV) Testbeleid en Bron- en contactonderzoek (BCO), (V) Communicatie, (VI) Onderwerpen uit het ROT, (VII) Bevolkingszorg en (VIII) Kosten. Dit rapport eindigt met een vooruitblik in het vierde hoofdstuk.