Inleiding


In februari 2020 deed in Nederland de infectieziekte COVID-19 zijn intrede en 9 maart 2020 hadden we in onze regio de eerste positieve casussen. Op 11 maart 2020 werd het virus door de World Health Organization (WHO) officieel als pandemie erkend en op 12 maart 2020 zijn alle veiligheidsregio’s in Nederland volgens de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) opgeschaald naar GRIP-4. In het GRIP-4-niveau is een groot aantal bevoegdheden in de crisisbeheersing overgedragen aan de voorzitter van de veiligheidsregio. Sinds de uitbraak van het coronavirus werken Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN), GGD Hollands Noorden (GGDHN), politie-eenheid Noord-Holland, de gemeenten in Noord-Holland Noord en ketenpartners uit het zorgdomein samen aan de beheersing van het coronavirus.

In deze eerste fase stonden we voor verschillende uitdagingen. Er was een forse belasting van de ziekenhuiscapaciteit, die zich het meest manifesteerde in een tekort aan IC-bedden. Daaraan gekoppeld was er een schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen in heel Nederland. Vervolgens werd de VVT-sector zwaar belast door een aantal uitbraken van het coronavirus. Om de snelle verspreiding van het coronavirus te beperken werden noodzakelijke maatregelen genomen door het Rijk, die diep in het persoonlijke leven van mensen ingrepen. Inmiddels lijkt het coronavirus steeds meer onder controle en worden maatregelen stapsgewijs versoepeld. Vanaf 1 juni kunnen alle inwoners van Noord-Holland Noord met corona gerelateerde klachten zich laten testen en wordt er bron- en contactonderzoek verricht in de omgeving van mensen die besmet blijken te zijn. De Wet Veiligheidsregio’s omschrijft dat de voorzitter van de veiligheidsregio na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis schriftelijk verslag uitbrengt aan de raden van de getroffen gemeenten. De Coronacrisis duurt inmiddels al drie maanden en het duurt naar verwachting nog een tijd voordat de laatste Coronapatiënt van Nederland genezen is. Met deze rapportage biedt de heer Bruinooge, voorzitter Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, de gemeenteraden van Noord-Holland Noord daarom een tussentijdse reflectie op de verrichtte inspanningen in de eerste periode van de Coronacrisis.

Leeswijzer

Hoofdstuk twee van deze rapportage omschrijft de verantwoordelijkheden en de crisisorganisatie. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de onderwerpen; (I) noodverordening, aanwijzingsbesluiten en toezicht en handhaving, (II) Zorglocaties, (III) VVT-instellingen (Verpleging, verzorging en thuiszorg), (IV) Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), (V) Testbeleid en Bron- en contactonderzoek (BCO), (VI) Communicatie, (VII) Bevolkingszorg en (VIII) Kosten. In hoofdstuk vier wordt vooruitgeblikt op de komende tijd.